Het Klooster Voronet


De kloosterkerk van Voroneţ (nonnenklooster, een gemeenschap met circa achttien bewoners) wordt wel de ‘Sixtijnse kapel van het Oosten’ genoemd. Dat is niet zonder reden, gelet op de vele waardevolle houtsnijwerken en fresco’s en de ontstaansgeschiedenis van het klooster. 

Stefan de Grote (Stefan cel Mare) was onderweg naar het slagveld en kwam in Voroneţ, waar hij vernam over een religieus kluizenaar, Pius Daniël. Toen hij halt hield, liet de kluizenaar hem buiten wachten tot hij zelf klaar was met zijn gebeden. In de hut vroeg Stefan of hij zich misschien beter kon overgeven aan de Turken, om de gevechten te beëindigen. Daniël zei van niet: uiteindelijk zou Stefan overwinnen en een klooster bouwen in Voroneţ. Tijdens de daaropvolgende vrede met de Turken, op voorbede van de kluizenaar en met Joris de Martelaar als beschermheilige, bouwde Stefan de Grote het klooster tussen 26 mei en 14 september 1488 – een welhaast ongelooflijk korte bouwtijd. In 1574 wordt onder leiding van de metropoliet bisschop Grigore Rosca, wiens graftombe in de kerk is, het voorportaal afgebouwd en de wandschilderingen buiten voltooid.

Kloosterkerk Voronet
Van begin af aan is het klooster gezegend met monniken met een hoog spiritueel gehalte. De tijd van Pius Daniël is een goed voorbeeld van hoe intens het Roemeens religieuze kluizenaarschap kon zijn. Bij oprichting beheert het klooster drie dorpjes, meelmolens, imkerijen en wijngaarden. Het is op loopafstand van het stadje Gura Humorului.

Het kloosterleven is vanaf 1785 onderbroken geweest door de bezetting van de Boekovina door het (rooms-katholieke) Habsburgse keizerrijk. Pas in 1991 – na 206 jaar! – wordt Voroneţ weer een werkende gemeenschap door de komst van een groep jonge nonnen. In 1993 werd dit klooster aan de UNESCO werelderfgoedlijst toegevoegd.

Onder leiding van moeder-overste Irina Pantescu streeft de nieuwe leefgemeenschap naar een harmonieuze combinatie van enerzijds religieus leven, gebeden en workshops, en anderzijds werken in de huishouding en op de boerderij, het geven van een schilderscursus en het rondleiden van kloosterbezoekers. De lange tijd van matig tot geen beheer heeft ertoe geleid dat sommige fresco’s zijn beklad of bekrast met graffiti of door vandalisme. De schilderijen in het portaal betreffen de Roemeens orthodoxe kerkkalender. Boven de ingang van de hoofdruimte is een schitterend icoon aangebracht, voorstellende de Zoete omhelzing (‘Dulcea îmbrâţiare’). En daarboven bevindt zich een inscriptie van naam en vestigingsdatum van het klooster. Ook is er het graf van de heilige Pius – een vlam houdt er de wacht. Pius Daniël was de eerste abt van het klooster en geldt als de populairste Moldavische heilige.


In het kerkschip volgt dan het grote werk waarop Stefan de Grote, zijn laatste echtgenote Maria Voichita en zijn erfopvolger Bogdan dankbaarheid uitdrukken voor de weerstand tegen de Turken. Ze danken God op bemiddeling van Jezus de Verlosser, Joris de Martelaar en het klooster als geheiligde plaatst. Wie het schilderij aandachtig bekijkt tijdens het luiden van de klokken door de jonge nonnen, ervaart in het klokgelui een welhaast eeuwig requiem, waarin de naam van Stefan de Grote doorklinkt in de moderne tijd, alsof de mens met onzichtbare draden is verbonden met vorige generaties. De kerk herbergt voorts de zetel van de bisschop Grigore Rosca en een schitterend fresco op de westmuur, voorstellende het bijbelse Laatste oordeel. Deze en andere schilderingen zijn zeer indrukwekkend. Het ‘Voroneţblauw’ is in kunstkringen naamgever geworden voor een specifiek blauw, zoals er een ‘Veronees groen’ is en ‘titaanwit’ van Rubens. Tegen de blauwe achtergrond van Voronet is erg veel te zien, van de stamboom van Jezus tot portretten van de Griekse filosofen Plato en Aristotoles, Joris de Martelaar, en Christus wakend over de kerk, met bemiddeling van de Maagd Maria en Johannes den Doper. 

Het Laatste Oordeel
Interessant is dat de engelen er gewoon uitzien, dat wil zeggen geïnspireerd zijn op dedagelijkse werkelijkheid van de schilders: de engelen hebben vriendelijke Moldavische vrouwengezichten en bespelen de lokale herdersfluit, ook de joodse koning David en de engelen van het Laatste Oordeel hebben een lokale ‘outfit’. Wie naar de hemel gaat is gewikkeld in Moldavische doeken, het uiterlijk van wie naar de hel gaat komt nogal overeen met Turken. Naast beschadigingen zijn er binnen nogal wat wandschilderingen beroet door het branden van kaarsen. 

Volgens deskundigen kunnen de schoonmaakwerkzaamheden goed slagen, alleen is er geld nodig. Dat wordt beetje bij beetje bijeengeschraapt door de bezoekende pelgrims en toeristen, en ieder ander die van Voroneţ houdt. Men mag daar optimistisch over zijn, want voor veel Roemenen is Voroneţ één groot gebed, een manifestatie van christelijk geloof. Dat Stefan de Grote bij Pius Daniël aanklopte is voor velen een gunstig teken aan de wand. De kerk valt op door de langwerpige afmeting (ruim 25 meter lang en 7 meter breed). De ingang is in renaissancestijl, de bogen zijn gotisch. De kleuren, de verfstoffen, zijn raadselachtig als de bewaarde kleuren in Mexico en Guatemala. Storm en regen hebben er geen vat op, de brandende zon doet ze oplichten.


Wil je zelf met vakantie in Roemenië? Dit klooster en andere interessante bestemmingen vind je terug in onze Fly&Drive en Busrondreis.

Labels: , , , , ,