Wat in Nederland flensje genoemd wordt heet in het Roemeens
“clãtitã” en is een van de populairste nagerechten die je in Roemenië tegenkomt.
Net zoals de Franse crêpes zijn de “clatite” dunne en luchtige pannenkoeken.
Roemeense nagerechten zijn meestal makkelijk te bereiden en
verrassend lekker, dit gerecht is zeker geen uitzondering. Misschien zijn flensjes niet echt een
Roemeense uitvinding, toch is deze manier om ze te bereiden en serveren iets
wat typisch Roemeens is.
Benodigheden (voor 4 personen)
·
Mengkom
·
Mixer
·
Bakpan
·
Ovenschaal
Pannenkoekjes / flensjesmix:
·
300 gram bloem
·
3 eieren
·
600 ml melk
·
Vanillestokje of vanillesuiker
·
50 ml koolzuurhoudend water
Vulling:
·
400 gram verse kaas (cottage cheese)
·
1 ei
·
5-6 eetlepels suiker
·
Vanillestok of vanillesuiker
·
100 gram rozijnen
Topping:
·
300 gram crème fraîche
Begin met het maken van de pannenkoekenmix; je beslag moet
een beetje dunner zijn dan de mix voor Nederlandse pannenkoeken. Laat de mix
even rusten en bereid de vulling voor.
Doe de verse kaas, ei, suiker en vanille bij elkaar in een
kom. Roer ze goed door elkaar tot de suiker is opgelost en voeg de rozijnen
toe.
Nadat de vulling klaar is, kan je beginnen met het bakken
van de flensjes. Als ze allemaal klaar zijn, verwarm je oven voor op 180 ˚C.
Maak je ovenschaal klaar door het met een beetje boter in te vetten.
Tijd om de flensjes te vullen: met een lepel, smeer de
vulling op de pannenkoek, rol het op en zet het in de ovenschaal. Als de
flensjes niet naast elkaar in de schaal passen, je mag ze gerust in twee lagen
over elkaar leggen.
Klop de crème fraîche even los en giet het over de gevulde
flensjes in de ovenschaal. Zet ze in de oven voor ongeveer 20 minuten, totdat
de crème fraîche gesmolten is.
Als ze klaar zijn, haal ze eruit en verdeel ze over de
bordjes. Warm zijn ze het lekkerst!
Dit gerecht kan je nog een paar dagen in de koelkast bewaren
en opwarmen voor het serveren.
Poftã bunã! Eet smakelijk!