Romtour: Roemenië Blog: 10 topattracties in Transsylvanie, Bucovina en omgeving

Op een afstand van minder dan 30 km van Cluj-Napoca is kasteel Banffy kasteel te vinden, bekend als het grootste kasteel in Transsylvanie. Het erfgoed was eigendom van de Banffy familie, een van de Hongaarse adellijke families in Transsylvanië. De geschiedenis van het gebouw gaat terug tot de 15^de eeuw. Sindsdien werd het kasteel meerdere keren verbouwd en uitgebreid in verschillende architectonische stijlen zoals de renaissance, barok en neogotiek. Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw als ziekenhuis, rijschool en uiteindelijk als dierenstalling gebruikt. Al een paar jaar zijn bezoekers welkom op het erfgoed.

Het Vrolijke Kerkhof, Săpânţa, Maramureş

Een begraafplaats is per definitie een duistere, sombere en wat treurige plek. Met één uitzondering: het Vrolijke Kerkhof van Săpânţa, in Maramureş. Hier heeft men een manier gevonden om met kunst een beetje “plezier” aan de dood te beleven. Alle grafmonumenten zijn in hout gegraveerd en in diepblauw geschilderd. Op iedere grafsteen staat een afbeelding uit het leven van de overledene, waaronder meestal een grappig gedicht over zijn leven (of dood) staat geschreven. In de jaren dertig van de vorige eeuw heeft de lokale beeldhouwer, Stan Ioan Pătraş, de eerste vrolijke graafsteen gemaakt. De lokale gemeenschap vond dat zo’n goed idee dat in korte tijd iedereen een gepersonaliseerde grafsteen wilde. Tegenwoordig zijn er meer dan 800 kleurrijke graven in Săpânţa, die bij elkaar het verhaal van een dorp vertellen.

Het Paaseierenmuseum, Moldoviţa, Bucovina

Van de provincie Bucovina in het noorden van Roemenië hoort men welt vaker. En als er thema’s zijn die altijd terugkomen, dan zijn dat de beschilderde kloosters en beschilderde paaseieren. De tradities van eieren schilderen gaan terug tot in heidense tijden, en dat is te zien aan de symbolen en motieven die nog steeds geschilderd worden. In het dorp Moldoviţa is een uniek Paaseierenmuseum te vinden. Oprichtster van dit museum is Lucia Condrea, die zelf eieren schildert. Haar collectie bestaat uit meer dan 5000 eieren, de meeste door haar gemaakt. Heel interessant is de collectie oude eieren, waardoor de geschiedenis en evolutie van deze lokale kunst zichtbaar wordt. Natuurlijk laat zij iedereen zien hoe de eieren beschilderd worden.

Het Klooster Suceviţa

Het Klooster Suceviţa is een van de 8 beschilderde kerken uit Bucovina die op de UNESCO Werelderfgoedlijst staan. Dit klooster werd in de laatste jaren van de 16^de eeuw opgericht en is daardoor het laatste beschilderde klooster, gebouwd in Bucovina. Ook is dit complex het grootste in de hele provincie. Het is omringd door een dikke muur met vier wachttorens wat het geheel de uitstraling van een middeleeuwse vesting geeft. De buitenbeschilderingen van de kerk gelden als de best bewaarde van alle kerken in Moldavië en hier zijn de enige aan de noordzijde bewaarde afbeeldingen te bewonderen.

De kloof van Bicaz en Lacu Roşu (Rode Meer)

De kloof van Bicaz is een spectaculair gebied waar 300 meter hoge rotswanden aan beide kanten van de vallei opstijgen. Het Bicaz riviertje heeft de kloof uitgesleten in de zachte steen van het Haşmaşgebergte. Door de 5 km lange kloof loopt een weg die Transsylvanië en Moldavië met elkaar verbindt. Deze weg leidt naar Lacul Roşu, een uniek natuurmonument in Roemenië: dit is het enige natuurlijke stuwmeer in het land. Het meer bestaat sinds 1837 en is geologisch gezien dus vrij jong. Na een periode van sterke stormen is een deel van de berg afgebrokkeld en hebben de brokstukken de stroming van een paar riviertjes geblokkeerd. De vallei en het bos zijn vervolgens onder water gelopen. Tot op de dag van vandaag zijn er nog steeds boomstammen boven de waterspiegel te zien. De naam Lacul Roşu, of het Rode Meer, komt van de rode kleur van het sediment dat door de rivier is meegebracht.

Er zijn meer dan 150 weerkerken in zuidelijk Transsylvanië, waarvan er zes op de UNESCO

De Promenade aan de voet van de berg Tâmpa in Braşov

Braşov is een van de grootste steden van Transsylvanië, en toch behoudt deze stad zijn schilderachtige charme. Het oude centrum, omringd door beboste heuvels, is prachtig bewaard gebleven net zo als de middeleeuwse stadsmuur. Een wandeling langs de oude muren aan de kant van de berg Tâmpa, met het bos aan ene kant en de Braşov aan de andere, is een must voor iedereen die de stad wil verkennen. Naast de indrukwekkende fortificaties, torens en bastions, geeft deze route de beste uitzichten op en over de oude binnenstad.

De Grote Markt van Sibiu

Sibiu is zeker niet de grootste stad van Transsylvanië, maar wel één van de mooiste. Deze middeleeuwse stad is voor meer dan 100 jaar hoofdstad van Siebenburgen (Duits voor Transsylvanie) geweest. Uit deze periode stammen veel van de indrukwekkende gebouwen op het centrale plein van de stad, Piața Mare. Bijna elk gebouw op dit plein is een historisch monument en achter elk huis schuilt een verhaal. De grootste monumenten op Piața Mare zijn de Raadstoren, de katholieke kerk en het Brukenthal paleis. Laatstgenoemde behoort nu tot de grootste kunstmusea van Roemenië.

Het Peleş kasteel

Vaak worden de kastelen in Roemenië met Transsylvanië geassocieerd. Toch klopt dat idee niet helemaal. Het kasteel van Peleş is hiervan een voorbeeld. Gevestigd in Sinaia, aan de voet van het Bucegigebergte, werd dit kasteel gebouwd als zomerresidentie voor het Roemeense koninklijk huis voordat Transsylvanië deel van Roemenie werd. Het kasteel is tussen 1873 en 1914 gebouwd in een stijl geïnspireerd door Zwitserse en Duitse architectuur. In 1884 werd vervolgens een elektriciteitscentrale gebouwd en Peleş werd daarmee het eerste kasteel in Europa met een eigen stroomvoorziening. Uit dezelfde tijd stamt ook de lift in het kasteel die nog altijd in functie is. Van buitenaf lijkt Peleş als een kasteel uit een sprookje en dat gevoel blijft hangen tussen het mooi gedecoreerde interieur van dit paleis.

Onder de meest bekende bezienswaardigheden van Roemenië valt ook de zoutmijn in Turda. Als een van de oudste mijnen in Roemenie, dateert deze mijn uit het jaar 1271. Zout werd er tot 1932 uit de grond gehaald, daarna is de mijn buiten gebruik genomen. In zijn huidige vorm is de mijn sinds 2010 geopend en sindsdien groeit de populariteit van dit museum, en terecht. Het is niet alleen het oude trappenhuis, het zoutaltaar of het gereedschap dat binnen te zien is dat deze mijn zo interessant maakt. Er zijn namelijk ook spectaculaire nieuwe attracties, zoals een futuristisch ogende lift, een reuzerad, een meer met bootjes en een midgetgolfbaan. U vindt dit allemaal tussen 70 en 100 meter onder de grond!

Wil je alle attracties ook zelf ontdekken? Dat is zeker mogelijk via onze Busrondreis en Fly&Drive!