Vandaag wordt voor Roemenië een
feestelijke gelegenheid. Op 30 november wordt de dag van de Heilige Andrei de
patroonheilige van Roemenië gevierd.
Het feest van de Heilige Andrei is
eigenlijk een heidens feest. Legendes en verhalen over de dag van 30 november
brengen ons terug naar pre-Romeinse tijden. Op deze dag vierde de bevolking het
nieuwe jaar, maar ook een Godheid in de vorm van een wolf.
Later is het feest door de christenen
overgenomen en met het feest van Sint Andrei (de apostel Andreas) gelijk gemaakt.
Volgens de orthodoxe kerk, is Andreas diegene die het christelijke geloof bij
de Zwarte Zee heeft gebracht en gepredikt. In de buurt van de havenstad
Constanta bestaan een grot en een riviertje die aan hem zijn verbonden. Lokale
legendes vertellen dat de apostel Andreas in deze grot heeft gewoond en dat het
riviertje een goddelijk wonder was. In dit gebied bestond geen waterbron tot
Andreas met zijn stok tegen een rots had geklopt en het water begon gelijk te
stromen. Op deze plek ligt tegenwoordig een groot klooster met 3 verschillende
kerken. De grot zelf is tot een kapel verbouwd en binnen is nog Andreas’ stenen
bed nog te zien. Duizenden mensen komen jaarlijks 30 november hier vieren. Zij
geloven ook dat het water en de grot wonderlijke krachten hebben en dat de
zieke en zwakke hun sterkte terug kunnen krijgen.
In haar heidense vorm, lijkt het feest
een beetje op Halloween en heeft misschien iets mee te maken met legendes over
vampieren en weerwolven. Plaatselijk werd de nacht tussen 29 en 30 november de
“Nacht van de geesten/spoken” genoemd. Oude Roemeense mythes spreken over dode
mensen die ‘s nachts hun graven verlaten, op pad gaan en bloed van mensen
drinken. Deze mensen zijn “Strigoi” geworden, of omdat ze vervloekt waren
tijdens hun leven, of omdat begrafenisrituelen fout gegaan zijn. Volgens
volkslegendes, worden op deze nacht alle “strigoi” wakker en beginnen rond in de
dorpen te lopen. De enige manier om de geesten buiten te houden is om knoflook
boven de ramen en deuren op te hangen en het daar te laten tot 1 december.
Daarna moet de knoflook boven een icoon gehangen worden en daar tot volgend
jaar blijven.
Tijdens deze nacht kunnen ook wat
voorspellingen over de toekomst worden gemaakt. De jonge dames kunnen over hun
toekomstige echtgenoot dromen zo lang ze een ritueel volgen. Voor dat ze naar
bed gaan, moeten ze een takje basilicum onder hun kussen stoppen. Dit ritueel
gebeurt soms nog steeds in sommige steden. En dat is voor sommigen een kans om
wat geld te verdienen. In Boekarest, bijvoorbeeld, worden in de week voor Sint
Andreas basilicumtakjes op straat verkocht, meestal aan jonge vrouwen.
Een ander ritueel wat veel mensen
nog steeds doen is de vruchtbaarheid van het volgende jaar te voorspellen. Op
de dag van 30 november moet men een handje tarwekorrels op een bord in water leggen.
De korrels krijgen vervolgens water tot en met 6 januari, de dag van de doop
van Jezus. Als alle of de meeste korrels ontkiemd zijn, wordt het een goed
jaar, maar als de meeste niet gegroeid zijn, dan zal een slecht jaar volgen. In het begin ging het natuurlijk alleen over
de oogst van volgend seizoen, maar tegenwoordig gaat het over het volgende jaar
in het algemeen.
Labels: nationale feestdagen, orthodox, roemeense feestdagen, Roemeense tradities, Roemenië